Veiligheidsrichtlijnen voor hoogwaardige bovenloopkranen in de werkplaats

Veiligheidsrichtlijnen voor hoogwaardige bovenloopkranen in de werkplaats


Plaatsingstijd: 15-08-2025

Bovenloopkraan(Brugkraan, EOT-kraan) bestaat uit een brug, rijmechanismen, loopkat en elektrische apparatuur. Het brugframe heeft een gelaste doosconstructie, het kraanrijmechanisme heeft een aparte aandrijving met een motor en snelheidsreductor. De kraan wordt gekenmerkt door een slimmere constructie en staal met een hogere sterkte.

♦Elkbovenloopkraanmoet voorzien zijn van een duidelijk zichtbare plaat met daarop het nominale hefvermogen.

♦Tijdens de werking mag er zich geen personeel op de constructie van de bovenloopkraan bevinden en mag de kraanhaak niet worden gebruikt om personen te vervoeren.

♦Het bedienen van eenEOT-kraanHet betreden van de camping zonder geldig rijbewijs of onder invloed van alcohol is ten strengste verboden.

♦Bij het bedienen van een bovenloopkraan moet de machinist volledig geconcentreerd blijvenPraten, roken of andere activiteiten die daar niets mee te maken hebben, zijn niet toegestaan.

♦ Houd de bovenloopkraan schoon. Bewaar er geen gereedschap, apparatuur, ontvlambare voorwerpen, explosieven of gevaarlijke stoffen op.

♦Gebruik deEOT-kraanboven de nominale draagkracht.

♦ Til geen lasten op in de volgende gevallen: niet-vastgemaakte verbindingen, mechanische overbelasting, onduidelijke signalen, diagonaal trekken, voorwerpen die begraven of vastgevroren zijn aan de grond, lasten met mensen erop, ontvlambare of explosieve voorwerpen zonder veiligheidsmaatregelen, te volle vloeistofcontainers, staalkabels die niet voldoen aan de veiligheidsnormen of defecte hijsmechanismen.

♦Wanneer debovenloopkraanRijdt over een vrije baan, dan moet de onderkant van de haak of last zich minimaal 2 meter boven de grond bevinden. Bij het passeren van obstakels moet de onderkant minimaal 0,5 meter hoger zijn dan het obstakel.

♦Voor lasten kleiner dan 50% van de bovenloopkraanBij een nominale capaciteit kunnen twee mechanismen tegelijkertijd werken. Bij een belasting van meer dan 50% mag er slechts één mechanisme tegelijk werken.

♦Op eenEOT-kraanbij hoofd- en hulphaken mogen beide haken niet tegelijkertijd omhoog of omlaag worden gebracht (behalve onder bijzondere omstandigheden).

♦ Las, hamer en werk niet onder een hangende last, tenzij deze stevig wordt ondersteund.

♦ Inspecties of onderhoud aan bovenloopkranen mogen alleen worden uitgevoerd nadat de stroom is uitgeschakeld en er een waarschuwingslabel op de schakelaar is aangebracht. Indien werkzaamheden moeten worden uitgevoerd terwijl de stroom is ingeschakeld, zijn passende veiligheidsmaatregelen en toezicht vereist.

♦Gooi nooit voorwerpen vanaf de bovenloopkraan op de grond.

♦Controleer regelmatig de EOT-kraaneindschakelaars en vergrendelingsinrichtingen om een ​​goede werking te garanderen.

♦Gebruik de eindschakelaar niet als normale stopmethode voor debovenloopkraan.

♦Als de hijsrem defect is, mogen er geen hijswerkzaamheden worden uitgevoerd.

♦De zwevende last van eenbrugkraanmag nooit over personen of apparatuur heen rijden.

♦Gebruik bij het lassen aan een onderdeel van de EOT-kraan een speciale aardingsdraadGebruik de kraanbak nooit als grond.

♦Wanneer de haak zich in de laagste positie bevindt, moeten er minimaal twee windingen staaldraad op de trommel blijven zitten.

Bovenloopkranenmogen niet met elkaar botsen en één kraan mag nooit gebruikt worden om een ​​andere kraan te duwen.

♦Bij het tillen van zware lasten, gesmolten metaal, explosieven of gevaarlijke goederen, moet u de last eerst langzaam optillen tot 100200 mm boven de grond om de rem te testen's betrouwbaarheid.

♦Verlichtingsapparatuur voor inspectie of reparatie op bovenloopkranen moet werken op een spanning van 36V of lager.

♦Alle behuizingen van elektrische apparatuur opEOT-kranenMoet geaard zijn. Als de loopkatrail niet aan de hoofdligger is gelast, las dan een aardingsdraad. De aardingsweerstand tussen elk punt op de kraan en het nulpunt van de voeding moet minder dan 4 zijn.Ω.

♦Regelmatig veiligheidsinspecties uitvoeren en preventief onderhoud uitvoeren op alle bovenloopkranen.

SEVENCRANE-Bovenloopkraan 1

Veiligheidsvoorzieningen voor bovenloopkranen

Om de veilige werking van haakbrugkranen te garanderen en ongelukken te voorkomen, zijn er verschillende beveiligingsvoorzieningen geïnstalleerd:

Lastbegrenzer: Voorkomt overbelasting, een belangrijke oorzaak van kraanongelukken.

Eindschakelaars: Bevat bovenste en onderste bewegingslimieten voor hijsmechanismen en bewegingslimieten voor loopkat- en brugbewegingen.

Buffers: Absorbeer kinetische energie tijdens de beweging van de trolley om de impact te verminderen.

Antibotsingsapparaten: Voorkom botsingen tussen meerdere kranen die op hetzelfde spoor werken.

Anti-scheefstand apparaten: Verminder scheeftrekken als gevolg van afwijkingen tijdens de productie of installatie en voorkom zo structurele schade.

Andere veiligheidsvoorzieningen: Regenhoezen voor elektrische apparatuur, anti-kantelhaken openkelligger brugkranenen andere maatregelen om de operationele veiligheid te garanderen.

SEVENCRANE-Bovenloopkraan 2


  • Vorig:
  • Volgende: